
Trouw | Stel je voor…
Stel je voor dat je vanochtend wakker werd, de krant lag op de mat, want de Trouwbezorger hoort tot de beste van het land. De koppen op de voorpagina zijn diepe zucht-opwekkend, advertenties negeer je, de column op de achterpagina is altijd de moeite waard.
Stel je voor dat je wakker werd op een plek, ruim 4000 kilometer verderop, waar al heel lang geen krant wordt bezorgd. Vooral omdat de bezetter bijna alle journalisten heeft vermoord, maar ook omdat er eigenlijk geen huis meer overeind staat. Na 20 maanden van voortdurende bombardementen, waarbij geen huis, geen appartementenblok, geen school, geen winkel, geen kliniek, geen ziekenhuis en geen moskee werd gespaard. Geen vluchtelingenkamp ook, hoewel de plek waar je wakker werd die naam eigenlijk niet mag hebben. Het zijn ruines van huizen en gebouwen, waartussen mensen plastic hebben gespannen. Om een plek te creëren voor hun gezin. Hier en daar staat een wankel tentje, hier en daar durven mensen nog in kelders of andere restanten van gebouwen te verblijven.
Je sliep weinig, en werd wakker met honger. Er is eigenlijk geen eten meer, en nu het juli is worden de dagen warmer en warmer, en neemt ook de dorst toe. Je krijgt je lijf nauwelijks opgericht, na een nacht op karton en steen, je linkerbeen protesteert het hardst. Er zit een stuk metaal in, van het bombardement in april, dat je dochter Janna niet overleefde. Je voelt de tranen en de woede en het allerdiepste verdriet, maar schudt ze weg, het kan niet, het mag niet, je bent de vader van het gezin, de man in huis, je moet eten gaan halen. Basir, die zijn zusje het allermeest mist, wil met je mee, maar je zegt dat hij op mama moet passen, en op Aziz en Amani en kleine Milla. Basir begrijpt het, als jij weg bent, als jij niet meer terug komt, is hij de man in huis. Hij is 13.
Stel je voor dat je op de plek komt waar je van de bezetter naartoe moet, omdat daar eten is, en water. Er zijn honderden misschien wel duizenden mannen en jongens als jij, allemaal vol van honger en wanhoop. Er zijn ook vrouwen, want als er geen man meer in huis is, als er geen man of vader of broer meer in leven is, dan ga je. Je kinderen moeten eten, je buurvrouw ligt op een matras onder een afdak en kan niet meer lopen.
Stel je voor dat je daar, tussen hekken en schreeuwende soldaten, wordt geslagen, met traangas wordt opgejaagd, wordt beschoten. Stel je voor dat je, als je vlucht, mannen op de grond ziet liggen, bloedend, stervend. Mannen als jij, die niks anders deden dan eten zoeken voor hun kinderen, hun vrouw.
Stel je voor dat je terugkomt, en de blik van je vrouw ziet, de blik van je kinderen. Hun verdriet en hun liefde.
Stel je voor dat je minister bent, 4000 kilometer verderop, en dit allemaal weet. En je toch op geen enkele manier uitspreekt. Omdat je te laf bent. En soms ANTISEMITISME! roepen electoraal meer oplevert.
Het is niet voor te stellen.
Laatste columns
Vroege Vogels | Moeder
06/07/2025
#JANSENPRAAT | Feitelijke leugens
30/06/2025
Trouw | (Ont)heffing
30/06/2025